GCBlog 3

GCBlog 3

14 mei 2021 | Rieme-Jan Tjittes

Voor deze derde en laatste blog van de Groninger Civilistenbladcommissie 2020-2021 hebben wij Rieme-Jan Tjittes gevraagd om met ons terug te blikken op hoe de vereniging er ruim dertig jaar geleden voor stond. Tjittes behoort namelijk tot de oprichters van Diephuis. Inmiddels is Tjittes al jarenlang werkzaam als litigation & arbitration advocaat en partner bij BarentsKrans (onze hoofdsponsor) en wordt hij beschouwd als een van de meest toonaangevende autoriteiten op het gebied van het (internationale) commerciële contractenrecht in Nederland. Wij zijn er dan ook trots op dat hij een grondlegger van onze mooie vereniging is. Benieuwd naar hoe hij de eerste tijd bij Diephuis ervaren heeft? Lees dan snel verder. 


Foto_Tjittes.jpg

Terugblikken op de oprichting van Diephuis stemt tot lichte weemoedigheid. Tempus fugit. Er zijn al bijna 33 jaren voorbij gevlogen sinds het vrolijke oprichtingsbestuur met Willem van Oostveen, Evelien Burger, Ineke Koele, Winfried van Hemel, Ton Hartlief en ik van start ging. Op de website van Diephuis staat dat het in het begin vooral een pleitdispuut was. Dat is voor het allereerste begin niet waar. We nodigden, uiteraard na lange deliberaties bij een bestuurslid thuis, ook gekende sprekers van buiten uit voor een lezing. Zo testte de toenmalige Leidse hoogleraar Hans Nieuwenhuis (de meest literair-juridische auteur) op ons een verhaal uit dat later in RM Themis zou verschijnen. De Utrechtse hoogleraar rechtssociologie Freek Bruinsma, bekend van zijn boekje De Hoge Raad van Onderen (over hoe de procespartijen zelf zich herkennen in uitspraken van de Hoge Raad. Spoiler: niet of nauwelijks), hield een lezing over zijn proefschrift hoe de Hoge Raad, parket, cassatieadvocatuur en wetenschap op elkaar inwerken. Groot voordeel van de lezingen in de avond was dat de spreker de trein naar huis niet meer kon halen en wij met de goede man (geen vrouw) de kroeg in doken. De spreker werd ’s ochtends laat keurig bij Hotel De Doelen op de Grote Markt afgeleverd om nog een paar zweterige uurtjes slaap te pakken alvorens de thuisreis te aanvaarden. Van die magische avonden in de kroeg met de juridische coryfeeën van toen leerde je het meest. Een spannend moment uit de begintijd was het bezoek aan het graf van Diephuis onder aanvoering van prof. Willem Zwalve (toen hoogleraar Inleiding in Groningen en later hoogleraar Rechtsgeschiedenis in Leiden). De beheerder van de lokale begraafplaats vertrouwde dit curieuze gezelschap voor geen meter, maar het vakkundige pleitwerk van de Diephuis-leden (ook toen al!) voorkwam op het laatste moment dat de goede man de politie zou bellen. Over naar het mysterie van de baard van Diephuis. Ton Hartlief (nu eerzaam Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad) en ik waren belast met publiciteit en werving. Het allereerste logo van de vereniging hadden we zelf ontworpen. Een medaillon met daarin het hoofd van Diephuis. Enig artistiek talent is ons volkomen vreemd, dus we hebben het hoofd van de goede man overgetrokken van een oude foto uit een boekje van de vakgroep Rechtsgeschiedenis. Foto’s uit de 19e eeuw kennen een nogal zware slagschaduw en toen ons overtrekklusje klaar was bleek dat wij Diephuis een baard hadden aangemeten die hij in werkelijkheid niet had. Deze historische blunder is gelukkig ergens door een later bestuur rechtgezet. Diephuis staat in het logo van de vereniging nog steeds geportretteerd in een medaillon maar gelukkig enkel met zijn 19e eeuwse ‘sideburns’ en niet met een valse baard.