GCBlog 3
GCBlog 3: Gezondheidsrecht
1 mei 2025 / Kevin Tielbeke
Hoi! Mijn naam is Kevin Tielbeke. Ik ben 22 jaar en doe momenteel de master Recht van de Gezondheidszorg aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam, die ik dit studiejaar wil afronden. Hiervoor heb ik de bachelor Nederlands Recht gedaan aan de Rijksuniversiteit Groningen. Mij is gevraagd iets te vertellen over de master die ik volg en het schrijven van mijn scriptie.
Inhoud van de master
Wat de master Recht van de Gezondheidszorg zo leuk maakt is dat het niet beperkt blijft tot één rechtsgebied. Zo komt onder meer het privaat- en bestuursrecht voorbij, maar kan je ter opvulling van je keuzevakken ook kiezen voor vakken als Gezondheidsstrafrecht of Tuchtrecht. Gezondheidsrecht bestaat uit het zorgverleningsrecht in de relatie zorgaanbieder-patiënt, het zorgfinancieringsrecht in de relatie zorgverzekeraar-zorgaanbieder en het zorgverzekeringsrecht in de relatie zorgverzekeraar-verzekerde/patiënt. Daarbij staat onder meer de Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) centraal. In de master komen patiëntenrechten, toezicht op de kwaliteit van zorg, zorgcontractering, governance van zorgverzekeraars en zorginstellingen en het internationaal gezondheidsrecht aan bod. Daarnaast is de master erg gericht op het ontwikkelen van vaardigheden. Mijn week bestaat dan ook niet alleen uit het volgen van hoor- en werkcolleges, maar ook uit het schrijven van papers of essays en het geven van presentaties.
Scriptie
Verder ben ik naast het volgen van vakken momenteel druk bezig met het schrijven van mijn scriptie. Daarbij doe ik onderzoek naar de mogelijkheid van invoering van een wettelijk kader ter regulering van de samenloop tussen het medisch tuchtrecht en het strafrecht. Zorgverleners die zijn BIG-geregistreerd zijn namelijk onderworpen aan het medisch tuchtrecht. Daarbij wordt getoetst aan twee ‘tuchtnormen’, die staan genoemd in art. 47 lid 1 Wet BIG. De eerste tuchtnorm ziet op het handelen of nalaten van een zorgverlener in strijd met de zorg die hij hoort te betrachten ten aanzien van een patiënt of dienst naaste (indien de patiënt overleden is). Deze norm ziet dus vooral op de relatie zorgverlener-patiënt. De tweede tuchtnorm ziet op enig handelen, anders dan bedoeld in de eerste tuchtnorm, dat in strijd is met hetgeen een behoorlijk zorgverlener betaamt. Hierbij kan gedacht worden aan de zorgverlener die negatieve uitlatingen doet over een andere arts in de media of gedragingen in de privésfeer, zoals de arts die probeert zijn partner te vermoorden.
Het is denkbaar dat zorgverleners naast een tuchtrechtelijke procedure ook strafrechtelijk worden vervolgd wegens het plegen van een strafbaar feit, zoals ontucht met een patiënt of het culpoos of opzettelijk veroorzaken van (zware) mishandeling of de dood bij een patiënt. Zij kunnen dus twee keer worden vervolgd ter zake van één feit. Doorgaans vindt eerst de tuchtrechtelijke procedure plaats en later de strafrechtelijke procedure. De medische tuchtrechter verwacht van de zorgverlener dat hij verantwoordelijkheid aflegt over zijn handelen en dus verklaringen aflegt tijdens de tuchtrechtelijke procedure over zijn handelen. In een tuchtzaak zijn namelijk een beroep op het nemo tenetur-beginsel en het zwijgrecht niet mogelijk. Toch hebben beroepsbeoefenaars die zowel tuchtrechtelijk als strafrechtelijk worden veroordeeld grote vrees dat een in de eerste zaak afgelegde verklaring mogelijk in de nog te behandelen tweede zaak tegen de beroepsbeoefenaar wordt gebruikt. Ik onderzoek in mijn scriptie meer specifiek of de verklaringen die worden afgelegd in de eerste zaak op een later moment kunnen worden gebruikt in de tweede zaak, wat vaak de strafzaak is, en of daar een wettelijk kader voor moet worden opgesteld.
Een illustrerende zaak hierbij is die van de internist die in 2023 door het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg werd veroordeeld voor seksueel grensoverschrijdend gedrag jegens drie coassistenten, omdat hij echo-onderzoek uitvoerde in de liesstreek en het ondergoed van de artsen in opleiding tot medisch specialist opzijschoof. Hij kreeg hiervoor een schorsing opgelegd voor één jaar. Afgelopen januari kreeg hij opnieuw klachten tegen zich ingesteld door zowel de IGJ als een patiënt, wegens seksueel grensoverschrijdend gedrag jegens een arts in opleiding tot specialist en twee patiënten. Zo onderzocht hij een patiënt zonder indicatie en liet haar herhaaldelijk terugkomen, zonder dat de patiënt werd doorverwezen naar een medisch specialist, en luisterde de internist naar het hart van de patiënten, waarbij de bh uit moest en de borsten werden aangeraakt. De internist werd als maatregel doorgehaald in het BIG-register, wat betekent dat de internist zijn titel kwijtraakt en het beroep niet langer mag uitvoeren. Naast deze tuchtrechtelijke procedure loopt er ook nog een strafrechtelijk onderzoek tegen de internist. Hierbij kan de vraag worden opgeworpen wat er moet worden gedaan met de door de internist afgelegde verklaringen in de tuchtprocedures en of deze mogen worden gebruikt in de strafzaak.[1]
Kevin Tielbeke
[1] Zie voor de tuchtprocedures van 2023 de uitspraak van het RTG Amsterdam 24 maart 2023, ECLI:NL:TGZRAMS:2023:75 en in hoger beroep de uitspraak van het CTG Den Haag 21 december 2023, ECLI:NL:TGZCTG:2023:171 en voor de tuchtprocedure van januari 2025 de uitspraak van het RTG Amsterdam 7 maart 2025, ECLI:NL:TGZRAMS:2025:54 en de uitspraak van het RTG Amsterdam 7 maart 2025, ECLI:NL:TGZRAMS:2025:55.